Een dag in het leven van Walter en Isolde
Een dag in het leven van Walter en Isolde
Gemaakt door: Mavra Mamalouka en Meret Meister
Walter en Isolde zijn twee jonge tieners, een tweeling, die in de 14de eeuw in Ieper leven. Hun vader is een koopman die dankzij zijn handelscontacten aan interessante stukken voor zijn kinderen geraakt. We volgen Walter en Isolde voor één dag en leren zo over het dagelijks leven in Ieper tijdens de 14de eeuw.
Het eerste dat Walter en Isolde doen bij het opstaan is hun gezicht en handen wassen. Hygiëne is belangrijk in de middeleeuwen! Ook hun haren worden gekamd. Met de ene zijde van de kam ontwarren ze knopen. Met de andere, fijne kant kunnen ze luizen uit hun haar verwijderen. Kammen komen vaak naar boven bij archeologische opgravingen, ook in Ieper. De voorwerpen waren dan ook wijdverspreid en mensen van allerlei sociale achtergronden gebruiken ze.
Houten kam, voor 1383 (SM 005123, Yper Museum)
De kam van Walter en Isolde is van hout gemaakt en waarschijnlijk uit één stuk hout gesneden. Misschien is de kam in hun eigen huishouden gemaakt of kocht hun vader deze op een markt. Misschien had de tweeling een eigen kam, maar evengoed werd de kam gebruikt door iedereen. In elk geval was er geen speciale markt voor kinderkammen, met aparte afmetingen en stijlen zoals we dat vandaag gewend zijn.
Na het ochtendritueel, maakt Walter zich klaar om naar de school te vertrekken. Walter trekt de leren schoenen aan die hij kreeg van zijn vader. Er is in de middeleeuwen geen specifieke garderobe voor kinderen. Kinderkledij lijkt dus op de kledij van volwassenen. Waarschijnlijk draagt Walter kleren die voldoende bewegingsvrijheid geven, geen lang gewaad dus. Kledij kon je op maat laten maken bij een kleermaker of je kon tweedehands kopen. Door te rijgen of in te nemen kon je zo de hemden aanpassen aan het kleinere formaat van de kinderen. Lederen schoenen en handschoenen werden wel op maat gemaakt. De ouders van Walter kochten deze volledig gemaakt op de markt.
Schoen met rijgveters, 1300-1383 (ZAR_4547, Yper Museum)
Walter wandelt op zijn schoenen naar de lokale school. Scholen in de middeleeuwen worden georganiseerd door de kerk, parochie of de stedelijke overheid. Rijke ouders huren soms een privéleraar in voor hun kinderen. Isolde gaat niet mee naar de school. Meisjes blijven voornamelijk thuis of krijgen in een vrouwenklooster les. Maar dat kost al veel geld. Enkel heel rijke ouders kunnen een privéleraar voor hun dochter betalen. Soms krijgen ze zelfs een muzikale opvoeding.
In de les met Walter, staat lezen en schrijven op het programma, in het Latijn nog wel! Daarna is het tijd voor de religieuze les. De leraar leert hen gebeden en psalmen aan. De dag wordt afgesloten met een les in muziek en zang, ook gericht op religieuze liederen. Als Walter na de lagere school verder wil studeren, kan hij naar het hoger onderwijs: de recent opgerichte universiteit. Maar misschien wil hij liever koopman worden, net zoals zijn vader. Of droomt hij van een carrière als ridder? In dat geval heeft de universiteit weinig zin.
Aangezien Isolde niet naar school gaat, kon ze starten met het helpen van haar moeder in het huishouden. Er moet heel wat gebeuren: koken, naar de markt gaan, eten maken, … Toen ze nog klein was kreeg Isolde van haar vader miniatuur servies en keukengerei cadeau. Zoals een vergiet, een kan en een kookpotje. Zo kon ze tijdens het spelen al wennen aan de huishoudelijke taken die haar later te wachten staan.
Miniatuurspeelgoed: vergiet, kan en kookpot, 1300-1383 (SM 005222, SM 005244 en SM 005247, Yper Museum)
De miniatuur voorwerpen van Isolde zijn geen uitzondering. Er is een grote markt voor kinderspeelgoed in het Ieper van de 14de eeuw. Ze zijn vooral gemaakt van een lood-tin legering. Het gaat om goedkope massaproductie. Wanneer Walter terugkomt, speelt hij samen met Isolde met het speelgoed. Naast het miniatuurservies van Isolde, heeft Walter verschillende speelgoedriddertjes, van hetzelfde goedkope lood-tin materiaal gemaakt.
Miniatuurridders, 1300-1383 (SM 005229, SM 005871 en SM 005892, Yper Museum)
Dit speelgoed komt in groten getale naar boven bij opgravingen in West-Europa. Er moet dus een grote markt geweest zijn voor dit metalen speelgoed. De oudste voorbeelden zijn riddertjes. Samen met houten zwaarden en stokpaardjes kunnen jongens op deze manier oorlogje spelen. Zo kunnen ze zich voorbereiden op een carrière in het leger en worden ridderlijke waarden doorgegeven.
Ook bij volwassenen zijn loodtinnen kleinoden heel populair, in de vorm van de insignes. Deze zijn massaal naar boven gekomen in Ieper. De ouders van Walter en Isolde dragen bijvoorbeeld een insigne van Vincentius van Beselare op hun hoed, een lokaal bedevaartsoord. Benieuwd naar de insignes? Hier kom je er alles over te weten.
Pelgrimsinsigne van Vincentius van Beselare, 1425-1475 (SM 003421, Yper Museum)
Sinds Walter naar school gaat, heeft hij veel minder tijd om te spelen. Hij mist de de speeluurtjes met zijn zus! Maar vandaag is er wel tijd: het sneeuwt en Zillebekevijver is helemaal toegevroren. De kinderen profiteren hiervan en gaan samen schaatsen.
Kinderschaats gemaakt van botmateriaal, 1250-1300 (Stad Poperinge)
Hun schaatsen zijn gemaakt van dierenbeenderen met daaronder een metalen schaats. Met lederen riemen binden ze deze aan hun voeten. Voor ze het ijs opgaan, bidden ze nog snel tot Liduina van Schiedam, de patroonheilige van het schaatsen. Zij brak op 15-jarige leeftijd een rib tijdens het schaatsen op de dichtgevroren Maas. Dit trieste verhaal toont de populariteit aan van schaatsen bij kinderen en volwassenen in de winter. De mythe dat er in de middeleeuwen geen tijd was voor plezier, komt duidelijk niet overeen met al het speelgoed dat naar boven komt bij archeologische opgravingen. Ook in geschreven teksten lezen we dat kinderen zoals Isolde en Walter genoeg tijd hadden om te spelen, net zoals vandaag.
Als de zon onder gaat, is het tijd voor bed. Na de schaatspret, zijn Walter en Isolde moe. De twee kinderen slapen samen in één bed. Dat spaart ruimte uit en zo kunnen ze elkaar lekker warm houden in de winter. Soms slapen zelfs de ouders mee in één groot bed. De ouders van Walter en Isolde hebben wel een eigen bed. Het is bovendien het laatste jaar dat Walter en Isolde samen slapen. Ze worden stilaan te oud om nog een bed te delen met iemand van het andere geslacht. Ook al gaat het om je eigen broer of zus! Vanaf volgend jaar hebben ze dus elk hun eigen bed en misschien wel een eigen kamer, hoewel dit heel zeldzaam is in de middeleeuwen. Vlak voor het slapengaan zeggen ze samen met hun ouders nog een gebedje op.