Een schip vol narren

In de tentoonstelling ‘Vrolijk, Vrij & Vunzig. De middeleeuwen, een veelzijdige ontdekking’ kan je een editie bewonderen van ‘Stultifera Navis’ of ‘Het Narrenschip’ in het Nederlands. Dit boek was eind 15de eeuw een ware bestseller in West-Europa.  

Het boek 
In 1494 brengt de Duitse auteur Sebastian Brant ‘Das Narrenschiff’ uit. In het boek reizen narren, ook wel dwazen of zotten genoemd, naar Narragonia, het paradijs van de dwazen. Ze komen een voor een in dwaze, ridicule scènes terecht en tonen zo aan hoe je je vooral niet moet gedragen.  

Het schip vol narren. De bandrol rechtsboven geeft de eindbestemming op met de leuze ‘Ad Narragonia’ ofwel ‘Op naar Narragonia’.  

 De tekst bestaat uit meer dan 100 hoofdstukken, allemaal op dezelfde wijze opgebouwd: een kort motto, een houtsnede, een titel en een gedicht. De illustraties ondersteunen de boodschap uit de tekst. Die eenheid tussen tekst en beeldis rond 1500 een nieuwe manier van werken. Er werkten verschillende kunstenaars mee aan de houtsneden. De meesten zijn anoniem, maar de hoofdkunstenaar zou de jonge Albrecht Dürer zijn. Hij groeit uit tot een van de belangrijkste kunstenaars van de Noordelijke Renaissance. 

 Afbeelding MM 002405_000119: Op deze pagina zie je mooi de opbouw van de hoofdstukken. Bovenaan links het motto, gevolgd door de illustratie. Daarnaast de titel en eronder het  het gedicht met verdere toelichting.  

 Het boek is een instant succes en al snel circuleren doorheen Europa kopieën en vertalingen. Tussen 1494 en 1500 worden er niet minder dan 28 versies van het boek uitgegeven. Zo is het boek onder meer vertaald naar het Latijn, Frans, Engels en Middelnederlands. Elke vertaling kende meerdere edities.  


 Middeleeuwse humor 
Het Narrenschip is een satirische tekst. Via humor houdt de auteur de samenleving een spiegel voor. Het boek is zo populair dat het zelfs aan de basis ligt van een nieuw genre: de narrenliteratuur. De nar is daarbij het voorbeeld van hoe het niet moet. Het gaat dus om instructie vanuit het negatieve, ook wel ex negativo genoemd. De teksten proberen op deze manier mensen aan te sporen om net wel het juiste gedrag te stellen. Naast het Narrenschip is ‘Lof der Zotheid’ van Erasmus uit 1511 misschien wel het bekendste voorbeeld van dit genre.  

Zo gaat een van de hoofdstukken over luiheid. De luiaard, in narrenpak, denkt dat alles in zijn schoot wordt geworpen. Hij rijdt op een kreeft, maar deze gaat enkel achteruit. Hij houdt zijn mond open in de hoop dat er een gebraden vogel invliegt, helaas is de vliegende vogel nog levend en wel. Ten slotte steunt hij op een stuk riet om zijn evenwicht te bewaren dat zo fragiel is en breekt onder zijn gewicht. Stuk voor stuk voorbeelden van ijdele hoop.  

 

De houtsnede die luiheid illustreert. 

 De figuur van de nar leent zich perfect voor deze boodschap. Hij belichaamt de menselijke dwaasheid. Niets of niemand ontkomt aan de spot: een corrupte rechter, dronkaard, rijke vrek, overspelige vrouwen, ijdeltuiten, … allemaal passeren ze de revue. De onderliggende boodschap van Brant is duidelijk: we zijn allemaal dwazen. De auteur eindigt met een positieve noot: wie zijn eigen dwaasheid (h)erkent en die wil veranderen, kan ervan genezen. 

 ‘Het Narrenschip’ is nog tot 1 december te zien in de tentoonstelling Vrolijk, Vrij & Vunzig.