Het geheim van de stenen
De stenen van de schepenen
In de gevel van de Lakenhallen onder het Nieuwerck, rechts van de ingang naar het Yper Museum, zijn 6 speciale stenen ingemetseld. Allemaal zijn ze versierd met een kruis en staat er een jaartal en naam ingegraveerd. Achter deze stenen schuilt een intrigerend verhaal.
Een broodje aap
Na de vernieling van WOI, staat er van het Nieuwerck zo goed als geen steen meer recht. Wanneer de wederopbouw in de jaren 1950 begint, is het dus ook letterlijk vanaf de grond herbouwen. Stadsbibliothecaris Octaaf Mus vraagt aan de architect om bij de graafwerken uit te kijken voor oude grafstenen. Het verhaal doet de ronde dat voor de fundering van het Nieuwerck in 1620 gebruik werd gemaakt van een veertigtal oude grafzerken van de Sint-Maartenskathedraal.
De ruïnes van de Lakenhallen en het Nieuwerck in 1915 (collectie IFFM)
En dus gaan de werkmannen op zoek. Wonder boven wonder, stuiten ze al snel op enkele oude stenen. Ze zijn gevonden in de grondvesting van de eerste pilaar langs de marktzijde. De stenen lagen allemaal met het opschrift naar boven gericht. Het blijken echter al snel geen grafzerken te zijn, daarvoor zijn de stenen te klein. Van de oorspronkelijke theorie, blijft dus niets meer over.
De stenen
Het gaat om zes vierkanten stenen van 30x30x30 cm. Allemaal dragen ze een vierkant kruisje waarbij de beentjes aan het uiteinde breder worden (een zogenaamd kruis patté). Daarnaast draagt ook elke steen een jaartal: 1619 of 1622. Dit zijn de twee jaartellen waarin het Nieuwerck werd gebouwd: in 1619 voor de eerste maal en in 1622 voor de tweede maal nadat de oorspronkelijke bouw ernstige defecten vertoonde.
De volgende namen zijn te ontcijferen:
1619: De heer Jane van der Stichele. Tresorier, de stadsontvanger in de periode 1619-1624.
1619: D’her Christiaen Rickebusch, schepen in 1619.
1619: Joncheer Jan van Dixmude, was geen schepen in 1619, maar wel een belangrijke inwoner van de stad.
1622: Joncheer Pieter vande Caesteele, schepen in 1622.
1622: Joncheer Pieter van Kerchove, was in 1622 lid van de Raeden 27.
1622: De naam op de laatste steen is helaas niet meer te lezen.
Onopgeloste vragen
Wanneer Het Ypersch Nieuws in 1952 verslag doet van de vondst, oppert de krant een nieuwe theorie rond de stenen. Het zou gaan om de namen van de schepenen van Ieper die in 1619 en 1622 verantwoordelijk waren voor de bouw van het Nieuwerck. Helaas blijkt ook deze theorie ontoereikend.
Krantenartikel van de vondst in Het Ypersch Nieuws van 1 maart 1952 (historische kranten)
In de lijst zitten maar twee schepenen. Daarnaast is er ook de ontvanger van de stad die toezag op de financiën, een lid van de Raeden 27 en een edelman zonder openbare functie. Een bond allegaartje dus. Daarnaast zijn er de vondstomstandigheden: de stenen liggen met de namen naar boven onder de fundering van de eerste pilaar. Als het een aandenken is aan de eerste steenlegging(en) van het Nieuwerck, is het vreemd dit te begraven. Doorgaans is een gedenksteen zichtbaar voor het publiek. Waarom werd er hier voor gekozen om de stenen te begraven?
Daarnaast maakt de krant slechts gewag van 5 stenen, terwijl er vandaag in de gevel van het Nieuwerck 6 stenen ingemetseld zijn. Er is aanvankelijk geen sprake van de steen van Jan van der Stichele, de ontvanger van de stad. Is er na de eerste vondst nog een steen gevonden? Vanwaar komt deze zesde steen?
Een mysterie
Het is duidelijk dat het laatste woord over deze stenen nog niet geschreven is. We blijven met het museum speuren naar informatie hierover. Wie meer weet over dit mysterie, mag dit altijd laten weten.