Oudstrijders van Napoleon in Ieper
In het Yper Museum is een pastel door Jacques Senave te bewonderen van een eenogige generaal. Zijn naam was François Durutte en hij was in 1767 geboren in Dowaai. Als twintiger had hij in 1792 het Franse revolutionaire leger vervoegd. Elf jaar later was hij generaal van een divisie in het leger van Napoleon. Nog eens tien jaar later werd hij door de Franse keizer tot graaf bevorderd. Durutte was een echte vechtjas die in vele beroemde veldslagen een rol speelde, tot aan Waterloo toe. Na de val van Napoleon trok hij zich op zijn buitengoed bij Ieper terug: kasteel ’t Craceelken dat familiebezit was van zijn echtgenote, de in Ieper geboren Josephine de Meezemaeker. Het neoclassicistische graf van generaal Durutte uit 1827 is allicht het oudste op de stedelijke begraafplaats van Ieper.
Generaal Durutte door Jacques Senave (Yper Museum), het neoclassicistische graf van Durutte op de begraafplaats van Ieper en het monument voor de divisie van Durutte op het slagveld van Waterloo.
Maar Durutte was lang niet de enige Ieperse veteraan uit het leger van Napoleon. Er was in de stad een bloeiende en actieve ‘Vereniging van Oud-Wapenbroeders van het Franse Rijk’ en het Yper Museum bezit enkele mooie porseleinkaarten van deze oudstrijdersbond.
Engel Van Eeckhout: porseleinkaarten voor de Ieperse vereniging van oudstrijders uit het leger van Napoleon,ca 1850 (Yper Museum)
Op de stedelijke begraafplaats bevinden zich naast het mooie graf van divisiegeneraal nog drie andere graven van oud-officieren die ooit Napoleon dienden.
Martin Le Graverand was een rasechte Ieperling, in de stad geboren op 20 mei 1775 in Ieper. Op jonge leeftijd ging hij in het leger. Als afgevaardigde van de stad Ieper woonde hij in 1804 de kroning van Napoleon bij. Hij maakte carrière in de nationale garde, kon overstappen naar de keizerlijke garde maar kwam terug naar Ieper, waar hij in 1814 ontvanger en in 1820 hypotheekbewaarder werd, wat hij bleef tot 1849. Hij was gedurende 27 jaar gemeenteraadslid. In 1862 overleed hij.
Martin Legraverand op latere leeftijd (Yper Museum), zijn bidprentje (Stadsarchief Ieper) en zijn graf op de Stedelijke begraafplaats
Baron Philippe de Coenens was geboren op 25 oktober 1793 in Bouvignes-sur-Meuse. Hij startte een militaire loopbaan, streed in de veldslagen van Lutzen, Bautzen en Wurschen en werd gewond en gevangen genomen in 1813. Wanneer en waarom hij zich in Ieper vestigde weten we niet, maar allicht had het met zijn militaire carrière te maken. Van 1834 tot 1837 bewoonde hij evenwel het hôtel Merghelynck dat vandaag het Merghelynck Museum herbergt. De Coenens overleed in 1850 op 57-jarige leeftijd als gepensioneerd luitenant-kolonel.
Het graf van baron Philippe de Coenens en het Hôtel Merghelynck, waar hij van 1834 tot 1837 woonde
En tot slot is er Lambert Joseph Corneille Antoine Marie de Stuers. Geboren in 1784 in Roermond (Nederlands Limburg) belandde hij in de Grande Armée van Napoleon, toen die het Koninkrijk Holland inlijfde. Als bataljonscommandant nam hij samen met zijn broer deel aan de catastrofale veldtocht naar Rusland, waar Napoleon honderdduizenden strijdkrachten verloor. De Stuers raakte gewond, maar overleefde en bleef bij Napoleon tot zijn definitieve ondergang in Waterloo. Hij werd commandant in Ieper, maar bleef tijdens de Belgische revolutie de Nederlandse koning trouw en moest even vluchten toen Ieperlingen zijn huis plunderden. In 1846 werd hij in de Belgische adelstand verheven met de titel van ridder, die zijn eerstgeborene erfde. Hij overleed in 1866 en werd bijgezet in het graf van de familie, die een fortuin schonk aan de stad in ruil voor eeuwig onderhoud. Zijn zoon, Gustave de Stuers, werd een bekend liberaal polticus naar wie een straat in Ieper genoemd werd.
Lambert de Stuers (Yper Museum), zijn bidprentje (stadsarchief Ieper) en het stemmige neogotische familiegraf op de stedelijke begraafplaats van Ieper.