Taverne taferelen

Gokken
Kaartspelen, schaken en vooral dobbelen zijn populaire vrijetijdsbestedingen in de middeleeuwen. Maar meer en meer komen net deze activiteiten in het vizier van de stadsbedienden en de clerus. Want vaak gaat het gokken hand in hand met geweld en verarming door slechte verliezers en riskante gokkers. Alle inspanningen ten spijt, blijven deze spelen populair, zowel thuis als in de herberg.

Dobbelstenen uit Poperinge, late 13de – vroege 14de eeuw, dierenbot (Stad Poperinge)

Sociaal
Tavernes waren een ontmoetingsplaats van mensen met verschillende sociale achtergronden. Toch is het opvallend dat vooral de rijkere klasse de taverne bezoekt. Zij hadden meer vrije tijd, terwijl de lagere klassen moesten werken. Mannen gingen naar de taverne om iets te eten en te drinken, maar vooral om elkaar te ontmoeten. De informele setting maakte het afsluiten van contracten en economische transacties tussen zakenpartners vlotter. Tussen het handelen door, was er ruimte voor humor. De viooltjesmop is zo’n populair verhaal dat ongetwijfeld graag werd verteld. Het verhaal lacht met diverse groepen: hovelingen met te veel vrije tijd, verwaande vrouwen en boerenpummels.


Neidhart von Reuenthal, Veilchenschwank, De viooltjesmop, ca. 1240

Eten
De lagere klasse moest het stellen met wat beschikbaar was: granen, bonen, erwten en soms vis of vlees. De rijken daarentegen konden kiezen uit een ruim gamma van vlees, groenten en kruiden zoals saffraan en gember. Ondanks de uitgebreide kaart in sommige tavernes, at de echte elite liever thuis. Want de maaltijden bestonden er voornamelijk uit dagelijkse kost: havermout, stoofpotjes en andere gerechten met een hoge caloriewaarde. Benieuwd? Enkele middeleeuwse recepten, kan je hier raadplegen. 

Van peul tot pieper
Bonen, granen, haver en erwten waren basisingrediënten in Europa van in de Romeinse tijd tot in de middeleeuwen. Ze hebben een hoge caloriewaarde, zijn rijk aan proteïnen, bewaren gemakkelijk en zijn relatief goedkoop om te produceren. Het is pas met de kolonisatie van Zuid-Amerika, dat deze basisingrediënten vervangen worden door de aardappel. Aardappelen zijn nog goedkoper en beter bestand tegen het weer.

Kruiden en globalisatie
Het gebruik van kruiden in de keuken is populair over heel de wereld. Maar niet alle kruiden waren even gemakkelijk te vinden. Ook al werd de handel jaar op jaar goedkoper, kruiden zoals peper en kaneel bleven waanzinnig duur! Kruiden kon je kopen bij de kruidenier of de apotheek. Enkele populaire smaakmakers in de middeleeuwse keuken zijn:

  • Saffraan, een oud kruid. Het was al sinds de oudheid bekend in Europa en werd populair in het Nabije Oosten, Griekenland en later in West-Europa door Romeinse invloeden na de verovering van Gallië. In de middeleeuwen, importeerde Europa saffraan tegen vaak exorbitante prijzen.

  • Hop, dat oorspronkelijk uit Europese regio's als Bohemen komt, werd door monniken gebruikt om meer smaak aan hun bier toe te voegen. Maar het fungeerde ook als een natuurlijk conserveermiddel. Dit begon rond de 11e eeuw, maar het gebruik ervan verspreidde zich al snel door heel Europa. Door de hophandel verspreidde de teelt zich ook, wat leidde tot nieuwe regio's die bekend werden om hun hopproductie, zoals Poperinge in West-Vlaanderen.

  • Peper is een culinair hoofdbestanddeel in veel keukens, ook in de middeleeuwen. Het werd geïmporteerd uit Centraal-Azië en het Indiase subcontinent. Vanwege de kosten werd peper bijna synoniem met rijkdom en kosten. Hier ligt de oorsprong van het woord “peperduur” of “duur als peper” dat sinds begin 19de eeuw wordt gebruikt.

  • Kaneel, hoewel tegenwoordig alomtegenwoordig, was in de vroege middeleeuwen een ongelooflijk duur kruid. Het moest via verschillende handelsroutes van Oost-Azië naar Europa worden vervoerd.

Alcoholische dranken
In de middeleeuwen en renaissance werd bier en wijn dagelijks geconsumeerd door stadsbewoners. In tegenstelling tot vandaag de dag werd het niet alleen gedronken vanwege de heerlijke smaak en het bedwelmende effect, het was voor velen ook een belangrijke bron van calorieën.Bier was vroeger anders dan de meeste bieren die we nu kennen. Onze bieren hebben een hoger alcoholpercentage dan ooit tevoren, dankzij sterkere en aangepaste gisten. Moderne technologieën en apparatuur maken het voor brouwers gemakkelijker om de smaak van het eindproduct te bepalen. Het gebruik van houten vaten in het verleden betekende dat bier niet in een steriele en luchtdichte omgeving fermenteerde. Hierdoor had het vaak een zure smaak, zoals geuze of lambiek vandaag de dag. Hop, de inheemse Europese plant die we gebruiken om karakter toe te voegen aan onze bieren, werd in de middeleeuwen geïntroduceerd in het brouwproces omdat het de houdbaarheid verlengt.

Een tavernetafereel waarbij duchtig wordt gedronken (1330-1345, publiek domein)

Wijn is arbeidsintensief en kan alleen in de late zomer worden geproduceerd, wanneer de druiven klaar zijn om te oogsten. Bovendien moesten goede wijnen vaak worden geïmporteerd uit verre streken. De meeste wijnstreken van vandaag de dag werden in deze periode populair, streken als Bordeaux in Frankrijk en de Rijnvallei in Duitsland zijn enkele voorbeelden. Bieren kunnen echter het hele jaar door worden geproduceerd. Dit hield in dat wijn in de middeleeuwen als prestigieuzer werd gezien. Als je indruk wilde maken op je gasten, serveerde je een heerlijk kopje gefermenteerd druivensap. 

Het maken van wijn, 1423-1426 (Publiek domein)

Over de rol van vrouwen
In dit onderzoek vonden we weinig vermeldingen van vrouwen in het bronmateriaal. Behalve dan in de context van prostitutie en relatief ‘zeldzame’ misdrijven (lees aanrandingen etc.). Mannen daarentegen staan continu centraal in vonissen en rekeningen. Het bronmateriaal laat uitschijnen dat vrouwen zelden aanwezig waren in tavernes.