Vlaamse en Brabantse munten in middeleeuws en vroegmodern Europa

Door Magdė Vosyliūtė, Franciszek Fortuna en Bailey Blomquist-Dege

Munten als historische bron
Archeologische vondsten vertellen verhalen over de geschiedenis van de mens. Een belangrijk deel hiervan is de geschiedenis van de handel en de uitwisseling van munten. Muntschatten spreken niet enkel tot de verbeelding. Ze vertellen iets over de handelscontacten in een bepaalde regio. Op basis van de afbeelding en metaalgehalte zijn munten vaak te identificeren. Ze geven vaak ook informatie die niet terug te vinden is in de geschreven bronnen.

Spaarpot in rood aardewerk, voor 1383 (SM 005647, Yper Museum)

In het Yper Museum kan je middeleeuwse munten die in Ieper zijn opgegraven, bewonderen. Naast lokale munten, vertellen deze het verhaal van de handelsconnecties van deze middeleeuwse grootstad. Munten uit Engeland, Frankrijk en Portugal bewijzen handelscontacten en uitwisselen van goederen met Ieper.

Portugese dinero, 1279-1325 (SM 005321, Yper Museum)en Engelse penny 1272-1307 (SM 005314, Yper Museum)

Maar wat met de omgekeerde beweging? Wat kan de verplaatsing van Vlaamse en Brabantse munten doorheen Europa ons vertellen over de buitenlandse handel van de Zuidelijke Nederlanden? Daar leer je hier alles over. Op basis van waar in Europa Vlaamse en Brabantse munten gevonden zijn, kunnen we meer te weten komen over de historische connecties tussen deze regio's. De tentoonstelling strekt zich uit tot in de vroegmoderne periode om de enorme beweging en betrokkenheid van de munten van de Zuidelijke Lage Landen in 500 jaar Europese geschiedenis te tonen.

De muntslag
Munten maken, kan op meerdere manieren. Bij het ‘slaan’ van munten, wordt de afbeelding letterlijk in het metaal geslagen met een hamer op een stempel. Maar door gesmolten metaal te gieten in een gietmal of  door cirkels uit metalen platen te snijden kan je evengoed munten maken.

Het slaan van munten in Zweden (Olaus Magnus, "Historia de Gentibus Septentrionalibus" (Geschiedenis van de Noorse volkeren, 1555)

Het zijn de Romeinen die in onze gebieden de munt als betaalmiddel introduceren. Met de val van het Romeinse Rijk geraakt ook de muntslag zelf verspreid. Verschillende steden brengen aanvankelijk hun eigen munt uit. Ieper geeft zo tussen 1168 en 1304 eigen zilveren muntjes uit. Het muntatelier staat op de Grote Markt. Meer en meer verdwijnen de lokale munten ten voordele van een centrale, Vlaamse munt. Dit standaardiseren van valuta gaat gelijk op met de centralisatie van politieke macht. Vorsten willen hun persoonlijke symbolen op munten als een vorm van machtslegitimatie.

Zilveren muntjes in Ieper geslagen, 1168-1304 (Yper Museum)

Vlaamse en Brabantse munten, 1300-1700

Door oorlogen en grensgeschillen, veranderen de politieke allianties in Vlaanderen en Brabant geregeld tijdens de late middeleeuwen en vroegmoderne tijd. Aanvankelijk ontbreekt een centrale macht en slaat elke prins of heerser zijn eigen munt binnen zijn grondgebied. Dit leidde tot een grote verscheidenheid aan munten. Wanneer de Bourgondische hertog vanaf de late 14de eeuw de macht grijpt, centraliseert de productie stilaan. Maar door een gebrek aan edelmetaal (de Grote Goudhonger) blijft de totale productie laag. De beperkte Europese metaalwinning kan de vraag naar edelmetaal niet volgen en door de aankoop van producten uit het Oosten, verdwijnen veel munten uit Europa richting Azië. Er heerst dus geldschaarste.

Dit betert pas bij de verovering van Amerika en Afrika. Vanaf de 16de eeuw komt via deze weg steeds meer metaal naar Europa. Onder Filips II (1555-1581) stijgt de productie van munten in Vlaanderen en Brabant dan ook sterk.

Vlaamse en Brabantse munten in Europa

Abraham Ortelius, Europa, 1572 (Wikimedia Commons)